Danny, geboren op 15 maart 1974, was al van kleinsaf gefascineerd door de koers op televisie, maar net zoals bij vele jongens het geval is, leek voetbal hem ook wel iets. Aangezien wielrennen pas vanaf de leeftijd van 15 kon, liep hij vanaf zijn 10e tussen de voetballertjes van WS Houthulst. Echter de wielermicrobe bleek te sterk en vanaf 1989, het jaar dat Danny 15 werd, was hij in het wielerpeloton terug te vinden.


Op 8 oktober 1989 haalde Danny z’n eerste overwinning binnen, de slotrit van het Westhoekcriterium. Hij eindigde in datzelfde jaar op de elfde plaats in het regelmatigheidscriterium. In 1990 sloot Danny zich aan bij de KBWB, de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond. Het 1e jaar bij de nieuwelingen verliep vlotter dan Danny ooit had durven dromen. In april van datzelfde jaar pakte hij Merkem z’n 1e overwinning bij de nieuwelingen. Op 24 mei volgde zijn 1e deelname aan het Belgisch Kampioenschap, die gereden werd in het Antwerpse Opwijk. Bij de voorbeschouwingen stelde Danny zich dik tevreden met een plaats in de top 40. Uiteindelijk eindigde Danny op een 31e plaats, doel bereikt dus. Daarbij eindigde Danny zelfs voor de 2 beginnende vijftienjarigen Glenn D’Hollander ( 65e ) en Frank Vandenbroucke ( 69e ). Reeds na 3 weken in z’n 2e BWB-seizoen mocht Danny in 1991 overstappen naar de Juniores. Ook daar zette hij veelbelovende prestaties neer met 11 overwinningen bij z’n juniorendebuut.


In oktober 1992 was de speeltijd uit en stond de confrontatie met de amateurs te wachten. De aanpassing aan de liefhebberscategorie wordt niet voor niets als loodzwaar bestempeld. Op een 3e plaats in een min-tweeëntwintigjarigen wedstrijd na, ondervond Danny de grootste moeite om in de top van de rangschikking post te vatten.


Het jaar 1995 luidde de ommekeer in, dankzij de sportieve prestaties van Danny mocht hij datzelfde jaar een stageperiode doorlopen bij de profs. Hij werd lid van Cycling Team Lombarden en werd zo ploegmaat van onder andere Ludovic Capelle en Stive Vermaut. Deze transfer was voor Danny een ware openbaring. In deze nieuwe werkomgeving wou en zou hij zijn profdroom waarmaken. Het begon met een overwinning in Ichtegem in kader van de Omloop van de Westhoek. Bij deze Omloop mocht Danny als amateur de erelijst delen met Wesley Huvaere ( bij de juniores ) en met Johan Museeuw ( bij de profs ). Z’n 2e overwinning van dat seizoen vond plaats op 7 mei in Oostnieuwkerke, daar werd Danny kampioen van West-Vlaanderen.


Half september 1995 kreeg Danny het bericht dat hij samen met het Nederlandse topteam TVM naar de Boland Bank Bicycle Tour in Zuid-Afrika mocht. Hij behaalde er diverse ereplaatsen in de etappes ( 2 negende en 1 twaalfde plaats ) en beëindigde de achtdaagse ronde als 35e op 95 renners. Tijdens dit avontuur leerde Danny een vriend en raadgever kennen: Hendrik Redant. Deze gaf Danny begin 1996 de raad niet te vroeg te willen pieken in z’n laatste jaar als amateur. De maanden mei en juni waren cruciaal in het liefhebberspeloton. Daar moest hij z’n profwaardigheid bewijzen om via een nieuw stagiaircontract definitief door te stoten naar de beroepsrenners in 1997.


1996 moest dus het jaar van de doorbraak worden voor Danny, zo kopte men ook in het dagblad Het Volk bij het begin van het nieuwe seizoen. In de openingskoers van het wielerjaar 1996, de Omloop Het Volk die voor het eerst voorbehouden was voor beloften, werd Danny tot de grote kanshebbers gerekend. In een wedstrijd zonder noemenswaardige gebeurtenissen moest Danny vrede nemen met een 15e plaats. Niet goed, niet slecht. Een week later stond de Omloop van de Westhoek op het programma. Als uittredend winnaar was de West-Vlaamse kampioen gebrand op een goed resultaat. Hij werd er 3e na twee van zijn eigen ploegmaats bij de Lombarden. Na een valpartij half maart kende Danny enkele mindere weken. Dit roer wou hij omgooien op zondag 28 april in de Ronde van Vlaanderen voor Beloften. Danny werd er knap zevende en deelde mee in de overwinningvreugde van z’n ploegmaat Ludovic Capelle. Maar toch bleef de pech Danny achtervolgen in het wielerseizoen: Vlaamse Pijl – pech, Kattekoers – zware val, Waregem-Tiegem-Waregem – mindere dag, Luik-Bastenaken-Luik – valpartij. Ook in Parijs-Roubaix had Danny pech: een afgeslagen tube met val tot gevolg. Af en toe werd deze pechreeks doorbroken door mooie prestaties, zoals een 5e plaats in het West-Vlaams kampioenschap die gehouden werd om de Rodeberg. Voor de start van het Belgische kampioenschap op 6 juli telde Danny 6 overwinningen. In Rochefort reed hij een heel verdienstelijke wedstrijd en werd er uiteindelijk 17e.


Het seizoen 1996 had niet gebracht wat men ervan verwachtte. Ook het stagiaircontract was er nog niet en het seizoenseinde naderde. Er moest snel verandering komen, voor de buitenwereld maar nog het meeste voor Danny zelf. In de internatie van Reningelst op 1 augustus zag hij de unieke gelegenheid. Deze internatie staat al jaren gekend als het uitverkoren podium om temidden gerenommeerd gezelschap je profkwaliteiten te tonen. Na een wedstrijd in de neus van het peloton en vervolgens in de kopgroep, werd Danny knap 9e.  Maar ook dit was volgens hem niet voldoende om in beeld te komen bij een profploeg, hij besefte dat hij dringend moest beginnen opvallen. Danny werd steeds onzekerder dat z’n droom ooit nog ging uitkomen. Tot hij de volgende dag het verlossend telefoontje kreeg van zijn ploegleider dat hij per 1 september als stagiair kon starten bij Palmans. Daarbij kwam de mededeling dat Danny veel kans zou maken om vervolgens een echt profcontract te mogen ondertekenen. Wat uiteindelijk vlugger dan verwacht gebeurde, vanaf 1 januari 1997 zou Danny zijn carrière als profrenner starten.


Vervolgens stond augustus volledig in teken van de komende periode. Het zelfvertrouwen werd met de dag groter en het koersen werd opnieuw een plezier. Met een zegereeks van 11 overwinningen rukte Danny op naar de kop van de nationale stand bij de beloften. Nu er een nieuw en belangrijk avontuur stond te wachten, mocht er niets meer fout lopen. Na 3 overwinningen in 5 dagen tijd en even een wedstrijd mee te pikken in Kortemark, wilde Danny z’n jeugdcarrière met een prachtprestatie afsluiten.


Op zondag 1 september stond de Grote Prijs Jef Scherens in Leuven te wachten, zijn debuut als Palmans-coureur. Voor hij die nieuwe stap in z’n carrière zou nemen, ging Danny op woensdag 28 augustus voor de laatste keer als Lombard een koers rijden.


Net op het moment dat Danny klaar was om de grote sprong naar het profwielrennen te maken, rukte het noodlot hem uit het leven weg. Een regenachtige woensdagnamiddag te Roeselare op 28 augustus 1996.


Op woensdag 27 augustus 1997 werd voor het eerst de Memorial Danny Jonckheere georganiseerd. Dit zodat Danny zou blijven voortbestaan in het geheugen van de buitenwereld: als een coureur die van het wielrennen bezeten was en daar een enorme gedrevenheid uit putte. Dat de naam Danny Jonckheere een inspirerende gedachte mag worden voor alle jonge wielrenners die eveneens coureur willen worden. Bij de oprichting had de organisatie er goede hoop op dat de Memorial mocht uitgroeien tot een klassieker waar elke jonge renner graag op afkomt. Bij deze 28e editie op woensdag 28 augustus 2024, mogen we wel zeggen dat deze hoop meer dan werkelijkheid geworden is. Sinds 2023 is de Memorial Danny Jonckheere toegetreden tot de U23 Road Series-competitie.


Bron: Als de top in zicht komt – Kurt Titeca – Uitgeverij Scoop